SLAA

SLAA

Eva Gerlach: Verder geen leed

Eva Gerlach: Verder geen leed

2007-04-11 20:00:00

​De poëzie van de jaren zeventig is niet onder een noemer te vangen. Over het algemeen valt er, na alle excessen en experimenten in de jaren vijftig en zestig, een herwaardering van een meer traditioneel poëzietype waar te nemen. Zorg, aandacht en vakmanschap staan in hoog aanzien, zowel in de directe, persoonlijke poëzie (in tijdschriften als Maatstaf en Tirade), als in poëzie met veel aandacht voor constructie en gelaagdheid (veelal gepubliceerd in De Revisor of Raster). De komende maanden besteden we aandacht aan drie vooraanstaande dichters die debuteerden in de jaren zeventig: Eva Gerlach, Willem Jan Otten en Frank Koenegracht.

Eva Gerlach schrijft zowel gedichten voor kinderen als voor volwassenen. Zij debuteerde in 1979 met Verder geen leed, een bundel die wordt gekenmerkt door regelmatig ogende, strakke maar ironische gedichten. In de loop der jaren begon zij vrijere versvormen te hanteren, waarin de thematiek vrijwel onveranderd bleef: het persoonlijke leven, waaruit de doden nooit verdwijnen. Hans Groenewegen schreef over Alles is werkelijk hier (1997): ‘De mens lijkt aangelegd op vergeten en verliezen, en toch wil Gerlach herinneren en bewaren. En dat wat zij wil vergeten of kwijtraken, dringt zich ongenadig en ongrijpbaar op (…) In uiterste consequentie lijkt vergeten soms de enige mogelijkheid om het verleden heel te houden.’
Op deze avond draagt Eva Gerlach gedichten voor en vertelt over de bronnen van haar werk. Hans Groenewegen laat zien hoe Gerlachs dichterschap zich door de jaren heen heeft ontwikkeld. Elma van Haren bespreekt een favoriete bundel, waarna Bart Meuleman en Vrouwkje Tuinman een gedicht onder de loep nemen dat hen raakt. Hans Groenewegen gaat met Eva Gerlach in gesprek over haar werk.