Het essay wordt door velen gezien als een zorgenkind. Uitgevers en essayisten weten dat ze met een essaybundel de bestsellerlijsten niet zullen halen. Toch is het Nederlandstalige essay ingebed in een rijke traditie, zoals ondubbelzinnig blijkt uit de bloemlezing De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 200 essays, samengesteld en ingeleid door Joost Zwagerman (uitgeverij Prometheus, 2008). Voor schrijvers is het een aantrekkelijk genre, omdat alles bij elkaar gebracht kan worden: poëzie, experiment, taalspel, fictie, betoog, polemiek, studie, memoires, parodie. In die zin is het essay de moeder der literaire genres.
Gerenommeerde essayisten buigen zich op deze avond over de toekomst van het essay. Waar moet een geslaagd essay in hun ogen aan voldoen? Is het essay op sterven na dood? Aan het woord komen Roel Bentz van Berg, Geert Buelens, Marjolijn Februari, Henk Hofland, Atte Jongstra, Gerrit Komrij,  Willem Jan Otten, Xandra Schutte, Thomas Vaessens en Dirk van Weelden. Joost Zwagerman gaat met de essayisten in gesprek.