SLAA

SLAA

Column Wytske Versteeg – Jan Hanlo Essayprijs 2023

Wytske Versteeg

Column Wytske Versteeg – Jan Hanlo Essayprijs 2023

Wytske Versteeg

Speciaal voor de Jan Hanlo Essayprijs 2023 schreef Wytske Versteeg de column ‘Het gevaar van het essay’, die ze voordroeg tijdens de uitreiking op 17 mei.

Het gevaar van het essay

Het essay, dat doorgaans in de schaduw leeft, kwam laatst in de belangstelling te staan toen het CPNB het boekenweekessay niet langer een essay wilde noemen. Volgens de organisatie voor de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek associëren mensen, ik citeer, het begrip met school. Bij sommigen roept het zelfs traumatische gevoelens op. U bent gewaarschuwd: essays zijn gevaarlijk.

Toen film als medium nog maar net was uitgevonden, toen wat korte, flikkerende beelden van een trein die een station binnenrijdt voldoende waren om mensen naar de bioscoop te trekken, toen plaatsten slimme bioscoophouders bij wijze van publiciteitsstunt brancards bij de uitgang. De implicatie was dat de schok van bewegende beelden zo groot zou zijn dat bezoekers het risico liepen om te bezwijken en natuurlijk hoopten de ondernemers dat de suggestie van gevaar die bezoekers juist zou aantrekken. Mogelijk zou het CPNB die strategie moeten overwegen, moet de Jan Hanloprijs volgend jaar een ambulance voor de deur parkeren. Over die eerste bioscoopfilms wordt vaak verteld dat bezoekers, niet gewend aan dit soort beelden, bang waren dat de locomotief hen in hun stoelen zou verpletteren – vandaar die noodzaak voor brancards. Dat verhaal is onzin. Wat die eerste kijkers in werkelijkheid aantrok, maar ook afstootte was de manier waarop de camera de wereld had gevangen: de reizigers stapten schokkerig op het perron, ze werden zonder kleur en geluidloos begroet. Plotseling kon het leven eindeloos herhaald worden, en de lichtval zou altijd hetzelfde zijn.

Als kind verbaasde ik me over de leesmethode die toen op basisscholen werd gebruikt en die werd aangeprezen als Veilig Leren Lezen. Want wat kon er gevaarlijk zijn aan lezen, en waarom zou je dat veilig willen leren?

Maar het essay is gevaarlijk. Het is niet gek dat juist het CPNB weinig met essays heeft, want als iets zich niet leent voor propaganda is het wel een essay. Het essay laat zich niet labelen, niet vangen in een samenvatting: je begint te lezen zonder idee waar je zult uitkomen. De beste essays zijn doorgaans de teksten die tussen alle categorieën in vallen, waarvan de boekhandelaar niet weet waar hij ze plaatsen moet en die dus miserabel verkopen – ja, ik spreek uit ervaring. De beste essays zijn de teksten die, in de woorden van een van de genomineerden, de ziel laten waaien.

Dat lijkt me belangrijk, nu steeds meer groepen een perverse vorm van Veilig Leren Lezen lijken te omarmen door desnoods met geweld te bepalen wie waarover mag schrijven en in welke woorden, en aan te vallen wie het waagt om daarvan af te wijken. Het lijkt me belangrijk nu algoritmes steeds meer macht krijgen om de paden die onze gedachten volgen vast te leggen, nu Googlemaps ons vertelt waar we ons bevinden, nu we – dat is althans de claim – zo efficiënt zijn. Het essay beheerst nog de kunst van het verdwalen, een kunst die zeldzaam is geworden. Het herinnert ons eraan dat je moet dwalen om te zoeken, om iets te kunnen vinden dat je werkelijk verrast.

Het essay dwaalt om falen en dwalen, onderzoeken en proberen en ook dat is een verademing tussen de nadruk op het vieren van succes. Dat maakt de schrijver kwetsbaar: zichtbaar, je zou kunnen zeggen, naakt. Daarmee bedoel ik niet dat essays alleen over de schrijver gaan, maar dat ze altijd óók over de schrijver, de zoeker gaan, zelfs wanneer ze over iets heel anders gaan. Wie onuitstaanbaar is kan prima een fascinerende roman schrijven, maar valt bij een essay door de mand. Wie van zichzelf overtuigd is, heeft in een essay niets te zoeken. Het essay maakt de schrijver zichtbaar: niet zoals hij zou willen zijn, maar als de mens die hij in werkelijkheid is.

Zoals die eerste bioscoopfilms zijn ook essays fragmenten: ze tonen een stukje schijnbaar gewoon leven, zorgvuldig geconstrueerd. De woorden zijn gevonden, gewogen, verworpen; de zinnen verschoven en nog eens en nogmaals verschoven. Maar als het goed is welt in die constructie het leven op, verandert wat er staat, verrast de schrijver zelf. Zoals, in die vroege treinfilm, een man met een bolhoed zich niet aan de instructies hield en te lang in de camera keek. Meer dan honderd jaar later ontmaskert dat de reizigers nog altijd als acteurs. Maar er gebeurt nog iets, want ook jij bent nu gezien: je kijkt niet meer onopgemerkt. En dat is het prachtige, fantastische gevaar van het essay: dat het uitreikt en je ziet, je vastgrijpt op manieren die je niet voorspellen kunt. Virginia Woolf schreef dat zelfs de dingen in een boekenkast veranderen, als ze in leven zijn. Je bent er nog niet klaar mee als je ze hebt gelezen: er valt niets te herhalen, want steeds wanneer je ernaar terugkeert is de lichtval anders. Dus lang leve gevaarlijk leren lezen. Lang leve het essay.

 

Wytske Versteeg (1983) schrijft romans en non-fictie. Haar meest recente boek is de roman Het Gouden Uur. Daarnaast publiceerde ze de romans Grime, Quarantaine, Boy, De Wezenlozen en de non-fictieboeken Dit is geen dakloze en Verdwijnpunt, een persoonlijke zoektocht rond trauma en taal. Haar werk werd meermaals genomineerd, bekroond met onder andere de Frans Kellendonkprijs 2020, BNG Literatuurprijs 2013, VrouwDebuutprijs 2012 en vertaald in zeven talen. Ze studeerde cum laude af als politicoloog en promoveerde op het onderzoek How do you know: everyday negotiations of expert authority. Versteeg is redactielid van De Gids, en fellow bij de Urban Futures Studio. Ze doceert geregeld aan de Universiteit Utrecht, VU, Schrijversvakschool, en bij Creative writing. Versteeg publiceerde onder andere in De Groene Amsterdammer, NRC Handelsblad, Trouw, De Witte Raaf, Vrij Nederland, De Correspondent, De Revisor en Opzij.

Foto: Jean van Lingen